Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen schreef hij ten tweeden male tot hen een brief, zeggende: Zo gij mijn zijt, en gij naar mijn stem hoort, neemt de hoofden van de [12]mannen, de zonen uws heren, en komt tot mij morgen omtrent dezen tijd naar Jizreel. (De zonen nu de konings, zeventig mannen, waren bij de [13]groten stad, die hen [14]opvoedden.) 12. Men oordeelt uit het Hebreeuwse woord dat enige dezer zonen of nakomelingen van Achab tot redelijken ouderdom gekomen waren, welke, gelijk zij navolgers van Achabs boosheid konden zijn, ook deelachtig zijn geworden zijner straffen, naar het rechtvaardig dreigement Gods; Ex.20:5; Deut.5:9. 13. Dat is, de voornaamsten van staat en waardigheid. Vergelijk onder, hfdst.25 vs.9, en zie de aantekeningen. 14. Hebreeuws, groot maakten.